Gedichten

Welkom!

Welkom in mijn Verwoeste Land, de reconstructie is bijna voltooid.
Het wordt sensationeel! Het zal de ogen strelen.
Evenals dat het onrust baren zal…

————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————–

Onbereikbaar drijven

Met open mond en gesloten ogen,
als een vis happend naar leven,
richt ik mijn gezicht naar boven

en zie …

Het weer

Als de zon schijnt
zie ik jou.
Als de wind waait
voel ik jou.
Als de regen is gevallen
ruik ik jou,
en dan denk ik bij mezelf:
wat is het toch een heerlijk weer.

Als (uit Bron)

Emoties zijn als bloemen,
ze bloeien schoonheid als de zon schijnt,
maar bloeien bloed als het regent

Een hartklop ten afscheid (winnend gedicht Crimezone)

Het is eenzaamheid, denk ik
Wanneer de zucht naar dat genoegen onweerstaanbaar wordt

Wanneer het mijn mes vergund is te glijden en te gaan
Door zacht weefsel, dat ik van kleding, onwelvoeglijke uitsteeksels
En van ongewenst haar heb ontdaan

Wanneer ik deze zuiverheid – onzijdig en onpersoonlijk – heb gekust
Dan kent mijn lust
Nog een hoogtepunt

Het is wanneer mijn mes glijdt
Uit dat zachte weefsel ten afscheid
Waarna het nimmer meer een hartklop zal worden aangereikt

Daarna
Dat is eenzaamheid, denk ik

Over je schouder (uit Zucht)

Zwart als de schaduw
opent het kwaad zijn ogen
en beraadt zich spiedend als de kraai
op de volgende vleugelslag

Goede raad (uit Zucht)

Ken uw mensen,
weet hun wensen
en draag dan uw mening

Geliefde haat (uit Zucht)

Hoe kwetsbaar is de grens
tussen haat en liefde?

Tussen vriend of vijand?

Zie (uit Zucht)

Een goed hart kan zijn
als een adder in het gras;
verscholen

Zachte schim (uit Zucht)

Gesproken woorden zijn slechts schaduwen,
omdat ze worden verjaagd door een zucht.

Vergelding (uit Zucht)

Mij is de gave gegeven
om het Kwaad dat in uw ogen zit
nooit te laten overleven.

Ik eet ze,
als druiven zonder pit.

Ongeweten (uit Zucht)

Weet je je vriend, je vijand en je kennis?
Ken je je broef en zijn hoer?
Zie je jezelf?

Hoed of dien (uit Zucht)

Negen raven op een rij

Raaf vijf slaat zijn vleugels uit
en hoedt de acht raven langszij.

Alle negen hoofden gebogen,
maar vraag de waakzame ogen
en ze dienen u.

Rond en rond (uit Zucht)

Het leven is een mallemolen.

Het ene moment voert hij een beangstigende vaart;
en klappert de wind tegen je tanden.

Het andere moment knarsen zijn tandwielen
en is hij niet vooruit te branden.

Maar het paard en de brandweerauto
komen steeds opnieuw voorbij.